een monster met een nare hoest
wenst onze zielen van het vlees
gescheurd tot rode rorschach
in de vers gevallen sneeuw
er zit iets in de lucht waar wij
zo ademloos naar happen
het sluipt in onze longen
en vult ons hoofd met vuur
ons wacht ons laatste uur
met droog gekuch verstikt geproest
en koorts om ons geweten
uit te zweten wij zijn dichters
op een missie en worden
door de tering gevreten
Een reactie achterlaten